Het Gelukzalige vertelt van een vennootschap van dieven, vier vrouwen, twee mannen. Iedere ochtend verspreiden zij zich over de stad om pas tegen de avond terug te keren en de buit van die dag in te leveren bij Brouwer, een vrouw die zelf niet op pad gaat, maar de vennootschap bestiert. Zij draagt zorg voor het gelijkelijk verdelen van de inkomsten en houdt ook na het werk iedereen scherp in de gaten om te voorkomen dat er binnen de vennootschap verhoudingen ontstaan. Groepsseks, paren met een hond of een vis, daar doet Brouwer niet moeilijk over, maar liefde is ongewenst.
In een steegje aan het Westeinde in het hart van Den Haag vindt men een klein en gezellig theater, dat plaats biedt aan ongeveer tachtig bezoekers, met een foyer waar de ontspannen sfeer heerst van een knus theater.